
Welkom
Nieuws
Omslag
ZOZ
Bibliotheek
Werk
Wonen
Bestellen
Advertenties

|

Verslag Aanloopdag 'Lokaal ecologisch voedsel' op zaterdag 11 november 2017
In juli 2017 presenteerde Omslag de nieuwe poster: 'Gezond eten met
Ecovoeding', met negen aandachtspunten rond ecologisch voedsel. Op
zaterdag 11 november 2017 organiseerden we een Aanloopdag rond lokaal ecologisch voedsel.
Met inleidingen door Omslag-medewerker Dick Verheul, Andreas Heijdendael, deelnemer aan de uitdaging 'Tien dagen lokaal' in Den Bosch, en Alex Schreiner van CSA permacultuurtuinderij De Voedselketen. Het werd een zeer informatieve en geanimeerde dag.
Rond 12.00 arriveerden de eerste deelnemers; die konden direct
aanschuiven aan de biologisch-vegetarische lunch die al klaar stond (met huisgemaakte hummus), en
de gesprekken gingen meteen al over eten en voedsel verbouwen.
Om
13.00 uur nam Omslag-medewerkster Marta Resink een flink groep
belangstellenden mee naar buiten, voor een nadere kennismaking met het
werk en de locatie van Omslag: wie we zijn en wat we doen >>
Tijdens het voorstelrondje blijken we met een gemelleerd gezelschap te
zijn. Van een natuurgeneeskundige met kookstudio tot
stadslandbouwkundigen, (volks)moestuinders en kritische consumenten
Dick Verheul trapt af met een verhaal over de poster van Omslag:
,,Mensen
denken vaak: ik wil geen gif eten. Maar je kunt ook groter denken: wat
doet gif met de Aarde? De Kleine Aarde in Boxtel heeft hier ooit
onderzoek naar gedaan. Het verhaal van de poster is gebaseerd op een
oude cursus-flap die bij het opruimen van de zolder van Omslag weer
tevoorschijn kwam. De negen uitgangspunten van ecologisch
eten bleken nog steeds actueel te zijn. Via een oproep in ZOZ zochten we
contact met iemand die daarmee een poster wilde ontwerpen, waarop Ellen
Karis enthousiast reageerde. Zo kwam de poster tot stand, die inmiddels
in drie formaten bij Omslag verkrijgbaar is''.
Het eerste punt gaat over gezonde landbouw en de keurmerken die daarmee
samenhangen. We mogen best blij zijn met keurmerken, want die komen uit
de hoek van de boeren zelf. Demeter is een biologisch dynamisch keurmerk, uitgegeven door de Vereniging voor Biologisch-Dynamische Landbouw en Voeding, die in 1920 werd ogericht vanuit de antroposofie van Rudolf Steiner. Het EKO
keurmerk is biologisch en in 1950 ontstaan op initiatief van Jan Hanhart en
andere idealisten uit de ecologische land- en tuinbouw.. Het gaat hierbij om geen kunstmest en
bestrijdingsmiddelen te gebruiken. Het groene blaadje is het biologische
keurmerk van de Europese Unie. De keurmerken zijn vooral fijn als je
het bedrijf niet zelf kent, het vertegenwoordigd een bepaalde
standaard/kwaliteit.
Het tweede punt is plantaardig eten oftewel eet minder vlees. Omslag
heeft ooit de wereldmaaltijd
uitgewerkt om te laten zien wat elk mens op
de Aarde zou kunnen eten als alles eerlijk verdeeld zou zijn geweest.
Gebaseerd op cijfers van de voedsel- en landbouworganisatie FAO van de
VN.
Vlees blijkt een hele inefficiënte manier om plantaardige eiwitten om te
zetten in dierlijke eiwitten, want tenslotte zou je beter meteen die
plantaardige eiwitten op kunnen eten (zonder tussenkomst van een dier).
De Partij voor de Dieren zegt dat de veeteelt ook zorgt voor de opwarming
van de Aarde. Wel blijkt dat de biologisch dynamische en ekologische
landbouw geen problemen hebben met vlees, dat hoort volgens hen gewoon in de
kringloop i.v.m. de bemesting van het land. Veganisten zijn hier
uiteraard fel op tegen. Omslag kreeg hierover vorig jaar een brief van een
veganiste die is gepubliceerd in ZOZ. De Kleine Aarde
heeft ooit een berekening gemaakt en kwam uit op een gemiddelde van 7
gram vlees per dag als je het milieu niet wilt schaden. Nu is 70
gram normaal, dus dat is veel te veel! Ook de Gezondheidsraad raadt nu
aan: eet minder vlees! En nog beter zou zijn om geen 'vleesvervangers' te
gebruiken, maar peulvruchten.

Punt drie geeft aan om goed om te gaan met grondstoffen. Je kunt
bijvoorbeeld een hele prei eten. Het komt erop neer dat je alles opeet
en met respect omgaat met voedsel. Er is zoveel moeite voor nodig dat
het niet verdient om achteloos weggegooid te worden.
Punt vier gaat over onbewerkt eten, dus eten zoals de natuur het
aanbiedt. Dus geen kant en klaar pakjes, dan heb je ook geen last van
e-nummers. En het leven wordt er in zijn algemeenheid een stuk
eenvoudiger op (geen milieuvervuilende verpakkingen, geen verspilling,
het is gezonder etc. etc.).
De punten vijf en zes gaan over eten van het seizoen en uit de buurt, dus
hier en nu. Geen gesleep met voedsel over de Aarde, maar gewoon voedsel
van om de hoek en wat nu onder de juiste weersomstandigheden groeit. Dat
is gezonder en bovendien goedkoper!
Het zevende punt gaat over de optimale schaal. Het boek Small is beautiful ('Hou het klein')
van E.F. Schumacher gaat hier ook over. Een voorbeeld is dat je beter
meerdere
broden tegelijk kunt bakken, maar dat wil niet zeggen hoe meer hoe
beter. Vaak is het hoe groter hoe inefficienter. Het is zaak om de
juiste balans en verhouding te vinden. Het advies van Schumacher is:
hou het klein! Een megaboer produceert namelijk grondstoffen i.p.v.
voedsel (vaak is het veevoer of biobrandstoffen). Men zegt: we hebben
GMO nodig om de wereldbevolking te voeden. Maar eigenlijk is juist het
tegenovergestelde waar.
Punt 8 gaat over milieuvriendelijke voedselproductie. Vooral
plastic is een enorm probleem. Probeer het daarom zo min mogelijk te
kopen. Gebruik papieren zakken uit de supermarkt verschillende keren,
dat gaat gemakkelijk. En eierdoosjes kun je gemakkelijk een jaar mee
doen. Gelukkig zijn er tegenwoordig verpakkingsvrije winkels, maar je
kunt er ook heel veel zelf aan doen!
Punt 9 is Neem de tijd. Uit een enquete en een symposium van De Kleine Aarde bleek ooit dat tijd en gemak de grootste
problemen zijn m.b.t. milieuvriendelijker
leven.
Marta licht nog toe dat er eigelijk ook nog een punt 10 had moeten
komen: eerlijke handel en Fair Trade. Die aspecten zijn inmiddels bij
de verbreding van het EKO-keurmerk opgenomen.
Tien dagen lokaal eten in Den Bosch
Dan neemt Andreas Heijdendael het stokje over. Zijn verhaal gaat over de Eet Lokaal
Challenge in Den Bosch: tien dagen eten uit eigen tuin, moestuin, berm
of voedselbos. Andreas is verder betrokken bij de Graafse Akker, een zelfpluk stadstuin van
900 m2. En bij Transfarmers, een initiatief van mensen
die het graag efficiënter en groener zien in hun omgeving. Het blijkt
dat weinig mensen komen oogsten, ondanks dat zij een abonnement hebben.
Vandaar dat ze een challenge gingen organiseren.
Andreas: ,,Ik heb van huis uit niet echt groene vingers. Vandaar dat we laagdrempelige
activiteiten organiseren in Den Bosch. Voedsel groeit vaak heel dichtbij, maar toch halen we het vaak van heel
ver weg. Dat is raar. Eigenlijk zou dit niet moeten hoeven. Voedsel kan je ook dichtbij oogsten: wildplukken in de berm of in je eigen achtertuin, of in een stadspark (bessen, kruiden, tamme kastanjes). Of via een CSA-tuinderij (Community Supported Agiculture), waar je soms ook ze;f kunt meewerken en oogsten. De
voordelen van lokaal zijn: het hoeft niet van ver te komen, dus minder
uitstoot van CO2, het is goed voor de circulaire geldstroom, er is een
sociaal aspect, lokale waarde, diensten in eigen gemeenschap en als je
tuiniert hoef je niet naar de sportschool!
We zonnen op een plan om mensen zover te krijgen
dat ze lokaal gaan eten. Zo ontstond de Eet Lokaal Challenge. Lang leve
Facebook wat dat betreft, want zo konden we genoeg mensen bereiken
die wilden meedoen. En in plaats van een maand - wat voor velen
misschien
niet te overzien is - duurde onze uitdaging tien dagen, onder het motto
'Beter klein beginnen en langzaam opbouwen. We probeerden zoveel
mogelijk
mensen en organisaties erbij te betrekken. En de bedoeling was dat we
samen gingen plukken, samen koken en samen eten. Veel
wildplukverenigingen kunnen je vertellen wat eetbaar is en wat niet.
Maar blijf altijd zelf nadenken als je wildplukt, zoek op meerdere
plekken naar informatie. Tijdens die tien dagen hebben we driemaal
samen gegeten. En met betrekking tot wildplukken: overdaad schaadt, in alles!''
Een mooi initiatief in Den Bosch is eetcafe Knoflook,
aan de Havendijk, waar je op vrijdagavond samen kunt eten, lokaal en
zoveel mogelijk biologisch. Er komen wel 40 tot 50 personen per
week op af. De maatijd bestaat uit een driegangenmenu en het kost wat
het je waard is of 4 euro.
Het lijkt een beetje op eetcafe Burgers in Eindhoven. Aan het einde van
de
Challenge was er het Oogstfeest op de Graafse Akker en hebben we met 150
man aan een lange tafel gegeten.
Hoe nu verder? Andreas merkt op dat er een nogal selecte groep mensen
heeft meegedaan. Daarom willen ze graag gaan uitbreiden, het mooiste zou
zijn een Nederlandse
dekking. Iedereen aan de Challenge! Het Bossche initiatief kreeg hulp
van de gemeente in de vorm van een subsidie. Het is vooral belangrijk om
veel media-aandacht te genereren; daarbij zoekt de groep nog naar wat
hulp. Graag zouden ze het twee keer per jaar willen doen, want in het
voorjaar is er veel meer wildpluk. Iemand merkt op dat Omroep Brabant vriendelijk benaderbaar is.
Dan is daar de vragenronde. Iemand vraagt zich af of de Challenge nou
wel of niet gelukt is. Andreas geeft aan dat het vooral om de
bewustwording gaat,
dat het gemakkelijk is om lokaal te eten. Het ging erom dat je erover na
gaat denken.
Marta geeft nog aan dat het belangrijk is om over de optimale schaal na
te denken. Uit het publiek komt de opmerking dat het al moeilijk is om
je brood lokaal te eten. Maar je kunt ook kastanjemeel gebruiken. Ook
geeft Marta aan dat je van sommige dingen gewoon een beetje af moet
kicken, zoals koffie drinken. Volgens Andreas hoefde het geen louterende
ervaring te zijn, maar moest het vooral leuk zijn. Marta zegt dat we
eigenlijk ons voedselpatroon om moeten gooien, dus geen aardappelen,
groente en vlees, maar meer noten, peulvruchten etc. Verder geeft
Andreas nog aan dat veel Albert Heijn klanten vaak even een kijkje in
hun tuin komen nemen.
Na dit inspirerende verhaal van Andreas is het tijd voor een
welverdiende pauze, met verse kruidenthee en sapjes in de keuken van
Omslag. En zelfgeplukte paddestoelen.
CSA permacultuurtuinderij De Voedelketen
Na de pauze was het woord aan Alex Schreiner van Permacultuurtuinderij de
Voedselketen, tussen Oirschot en Best. De
basis van Permacultuur is zorg voor de Aarde, zorg voor de mens en delen van de overvloed. Het belangrijkste principe is ethiek. Wat is het
effect op de Aarde, op mezelf en op mijn medemens? Dat is het eerste waar
je over na moet denken. De Voedselketen heeft alleen een lokale afzet; het moet ecologisch duurzaam zijn. De
naam 'Voedselketen' verwijst naar een gezonde bodem.
Alex runt de tuinderij samen met haar partner Linder van den Heerik,
die ook workshops en cursussen geeft. Momenteel beslaat hun bedrijf 1500 m2, ze willen stapsgewijs uitbreiden naar 6000 m2 met een voedselbos
waar ook noten kunnen worden geteeld. Ze werken ook liever met
meerjarige planten en met puur plantaardige bemesting. Op dit moment
blijkt dierlijke mest nog nodig, maar Alex heeft tijdens haar studie aan
de Warmonderhof berekeningen gedaan waaruit blijkt dat je veel
meer land nodig hebt om dierlijke mest te kunnen produceren. In de natuur komt
zo veel bemesting ook niet voor. Ze betrekken hun groencompost (voornamelijk grasklaver) bij een lokaal bedrijf.
Alex: ,,Je moet goed kijken welke mengsels mogelijk
zijn; grasklaver blijkt de ideale combinatie. Plantaardige bemesting is
een vrij nieuw fenomeen. We hopen ook
te kunnen gaan samenwerken met de Landbouwuniversiteit Wageningen, om
onderzoeken te doen. Ik weet dat het werkt en ik hoop dat daar snel
bewijsvoering voor aan te kunnen
leveren. Nogmaals, in alles wat je doet moet je rekening houden met de
effecten op de natuur. Elke 'kleine' ingreep heeft grote invloed. Dus
het is belangrijk dat er een eerlijk aandeel is; neem niet meer dan
nodig is.''
Gemeenschapslandbouw overlapt de drie principes van permacultuur. De Voedselketen werkt met groentenabonnementen; er zijn nu vier afhaalpunten
(in Tilburg, Eindhoven (bij Omslag), Den Bosch en bij de tuinderij in
Oirschot. De telers kennen hun klanten, maar de Voedselketen houdt ook open dagen en meewerkdagen
waar groenteabonnementhouders kunnen komen kijken en meehelpen.
Marta vraagt hoe zij tot
het eerste initiatief zijn gekomen. Zowel Linder als Alex hebben een
activistische achtergrond. Ze begonnen in Amsterdam op een stukje
braakloggende grond, waardoor ze erg zichtbaar waren voor de buurt. Zo
konden ze laten zien hoe je zelfs in een stad groenten kunt telen en
buurtbewoners konden daarbij helpen. Daarna zetten ze in 2008 een
buurtmoestuin op, met een strobalenhuisje met zonnepanelen, etc. Dit
geslaagde project moest na derie jaar stoppen. De groene vingers
'bleven hangen', ze gingen zich verdiepen in permacultuur en volgden
allerlei cursussen en workshops - om te ervaren en te laten zien dat dit
in Nederland ook kan. Drie jaar geleden konden ze een stuk grond en een
boerderij pachten in Sint-Oedenrode; daar startten ze hun eigen bedrijf
'De Voedselketen'. Maar de grond werd verkocht en ze moesten de plek
verlaten. Een vrjwilliger bracht hen in contact met de eigenaar van een
mooi stuk grond in Oirschot. Daar hebben ze nu een
contract voor zes jaar, met uitzicht op vast.
(v.l.n.r.: SWOMP-tuin Amsterdam, locatie in Sint-Oedenrode, huidige locatie aan de Pallande 1 in Oischot (2x)
Van abonnementen naar gemeenschapsgedragen CSA
Op dit moment werken ze nog
met abonnementen, maar ze willen graag over op een CSA systeem,
zodat de
klanten onderdeel worden van het bedrijf. Ze willen graag naar jaarrond
leveren, wat nu helaas nog niet mogelijk is. In een CSA deel je de
overvloed, maar ook de mindere tijden. De Voedselketen blijkt nu maar
liefst 20 mensen
te kunnen voeden van 1500 m2. In 2019 hopen ze van 6000 m2 zo'n 75
mensen te voorzien. Een groentepakket maakt dat je meer afwisselt en het
is elke week weer
een verrassing. Alex en Linder passen liever combinatieteelt dan
wisselteelt toe, omdat je minder kans hebt op plaagschimmels. Door een
gezonde bodem
heb je sowieso minder last van schimmels.
  Uit het publiek komt de
vraag; zijn jullie ook EKO- en SKAL gecertificeerd? Alex: ,,Nee, maar dat zouden we wel
willen als extra check-up naar de klanten, ook al zal dat leiden tot hogere overheadksten.
Omslag is afhaalpunt van de groentepakketten in Eindhoven (elke vrijdagamiddag).
Marta verduidelijkt dat het EKO-keurmerk al ruim dertig jaar bestaat en wordt toegekend aan (voedsel)producten in de biologische keten. Het EKO-keurmerk
mag pas worden gebruikt na toestemming van Stichting EKO Keurmerk, de
Nederlandse non-profit instelling die eigenaar is van het merk. Het
EKO-keurmerk is aanvullend op het Europees Biologisch keurmerk
(herkenbaar aan het groene blaadje).
De term biologisch is wettelijk beschermd, en biologisch werkende bedrijven worden gecontroleerd door de inspectie-organisatie SKAL.
Door de groeiende vraag naar biologische producten schakelen steeds
meer reguliere tuinders om financiele redenen over naar biologische
teelt; zo kunnen ze het Europese keurmerk
verwerven. Biologisch slaat dan alleen op de teeltmethode. Stichting
Ekomerk is hun logo sterker aan het onderscheiden met criteria als
dierenwelzijn, sociale werkomstandigheden, eerlijke handel en duurzaam
energiegebruik. Community Supported Agriculture, ofwewel door de
gemeenschap gedragen landbouw, staat heel dicht bij de klant en is
daaerdoor ook direct controleerbaar.
Dick geeft aan
dat veganistische landbouw uiterst zeldzaam is: ,,Je zou toch denken
dat alle veganisten in de rij staan voor jullie concept, maar dat blijkt niet zo te zijn.
Marta geeft nog
eens aan dat kennis van bodem en bodemleven van essentieel belang is. Alex
benadrukt dat dierlijke mest afkomstig is van dieren die 'gehouden' worden, dus niet
van de vrije dieren zoals vogels en wormen. Bladeren van de bomen zijn
ook belangrijke compost, zegt Ben Nas.De bomen staan op het zuiden,
waardoor er juist zo min mogelijk schaduw is. En dan komt de vraag; wat
doe je met de slakken? Alex: ,,Helemaal niets! Op ons terrein is een paddenpoel, dus de
padden eten ze op. Adreas vraagt of zij ook compost maken van
bijvoorbeeld koffieprut. Dat gebeurd (nog) niet. De Voedselketen heeft wel contact
met de gemeente om het bermmaaisel te krijgen zodat ze dat kunnen
composteren, en ze krijgen compost van composteringsbedrijf van Iersel.
Voor de afronding van de middag is er nog tijd voor een oproepen en mededelingen. Genoemd werden:
 - Biologisch dynamische stadsboerderij Genneperhoeve, aan het Tongelreeppad 1, Eindhoven
(vlakbij Omslag). Zij verbouwen daar onder meer biologische spelt, die
ze op de molensteen laten malen in Limburg. De Genneperhoeve
was een voormalige kleine boerderij in het Genneperpark, maar is de
laatste
jaren steeds verder uitgebreid.
Hun specialiteit is kaas maken!
Er is
ook een zorgboerderij en het bedrijf werkt via een gesloten kringloop.
Het is een
belangrijke plek voor onderwijs, je kunt er overal zo
binnenkijken. Er zijn varkens, koeien, kippen, een kaasmakerij, een
winkeltje, een overdekt terras, een rauwe melk tappunt etc. Het is al
met al een erg mooie ontwikkeling en ze willen graag de burgers bij de
boer krijgen!
 - Groendomein Het Wasven, in Tongelre Eindhoven ligt.
Daar is een restaurant, een bakkerij, een bos en mensen met een
verstandelijke beperking mogen er werken. Ook zijn ze bezig met het
telen van oude gewassen om de biodiversiteit te behouden.
- Dan komt de
vraag uit het publiek: zijn er nog tips voor het kraken van grond?
Gewoon doen!
Om 17.00 besloten we deze beiende Aanloopdag, met dank aan Frank de Greve voor de prettige huishoudelijke verzorging. De poster 'Gezond eten met Eco voeding' is te bestellen bij Omslag 3 formaten). Ook goed te gebruiken als educatieve) placemat.
Eindhoven, december 2017.
Tekst: Marion van der Heijden
Foto's: Marta Resink
|