OMSLAG

Welkom
Nieuws
Omslag
ZOZ
Bibliotheek
Pers
Links
Reacties
Werk
Wonen
Bestellen
Advertenties

Insecten onder dak bij Omslag

In het voorjaar van 2011 kwam er een insectenhotel in de Omslag-tuin; een initiatief van Omslag-medewerkers Fannie Coenen en Marta Resink, met hulp van Wieke Bout. Het hotel is inmiddels klaar; vooral het werk van Fannie!
Op deze pagina tonen we wat foto's van de totstandkoming.


In ZOZ 103 (mei/juni-nummer 2011) schreef Fannie een verhaal over de totstandkoming van het insectenonderkomen.

Insectenhotel in de Omslagtuin

Bijen, vlinders en motjes, gaasvliegjes en lieveheersbeestjes, ze zijn allemaal welkom in het nieuwe insectenhotel!

Door Fannie Coenen (foto´s Marta Resink)

Sinds een maand of twee ben ik elke dinsdagochtend in de tuin van Omslag aan het werk, om dan 's middags de werkzaamheden binnen te doen. Met Marta bespreek ik wat er zoal te doen is buiten en wat mijn ideeën zijn. Ze had het er al een paar keer over gehad dat het haar leuk leek een bijenhotel te maken voor in de tuin. We hebben het vaak over de alarmerende snelle achteruitgang van bijenaantallen, en om een cijfer te noemen 56 procent van de in Nederland voorkomende bijensoorten staan op de Rode lijst. We hadden het erover wat er  te doen is in eigen tuin om het aantrekkelijker te maken voor solitaire bijen om er te nestelen en stuifmeel te verzamelen.


Aantrekkelijk voor bijen zijn bijvoorbeeld vlierstruiken, klimop, springbalsemien en toortsen - allen al in de Omslagtuin aanwezig - en op bloeiende bieslook zul je ze ook veelvuldig vinden. Toen we een onderwerp zochten voor de middenpagina, bood ik aan een bijenhotel te bouwen. Op internet ben ik gaan zoeken naar voorbeelden en vond er vele, sommige heel simpel maar ook wel zeer ingenieus in elkaar gezette bouwsels annex hotels. Meestal met bouwinstructies erbij. Ik schreef een A4'tje vol over welke solitaire bijen er zoal zijn, en hoe ze het liefst nestelen. Zo heb je bijvoorbeeld de kleine- en grote klokjesbij; deze nestelen in oude kevergangen in dood hout met een doorsnee van zo'n 2 à 3 mm, in holle plantenstengels en opgerolde rietmatten. 


Plantenstengels en een oude keukenla
Aan de hand hiervan ging ik in de grote tuin bij Omslag rondkijken wat er allemaal te vinden was. Ik vond diverse holle plantenstengels van springbalsemien, vlier, riet en berenklauw, ik vond oude rietmatten die ik kon gebruiken, verschillende al dan niet bijna vermolmde vliertakken, een oud theedoosje mét deksel, een klein open kistje en een oude uit elkaar gevallen keukenlade zonder achterkant, maar die nog prima te gebruiken is als omkasting voor het geheel. De ontbrekende achterzijde heb ik gemaakt van een aardig ver heen zijnde rieten gordijn, met aan de zijkant twee plankjes die ik vast heb getimmerd.


De bedoeling is om het geheel straks op te hangen aan de knoestige stam van de halfomgezaagde iep in de Omslagtuin. De iep is half begroeid met klimop, en staat omringd door diverse bijenplanten op een zonnige plek in de tuin, waarmee ik voldoe aan de voorwaarde om de ingang van het hotel aan de zonzijde te hebben.


Al verzamelend besloot ik dat ik voor meer dan alleen solitaire bijtjes een nestelgelegenheid wilde bouwen, het ging een insectenhotel worden, eentje die ik helemaal ging maken van afvalmateriaal. Van het oude theedoosje kan ik wel een nestelgelegenheid maken voor (nacht-)vlinders en motjes; ik heb verticale sleuven in het deksel gesneden met een stanleymes, in de vier vakjes kan dan wat oud blad, kleine takjes en stroachtig materiaal.


In het kleine, aan de bovenzijde openzijnde kistje ga ik een wand maken van zand vermengd met klei, waar de zandbijtjes hun gangen in kunnen graven, en de lieveheersbeestjes gaan misschien wel op de thee komen samen met de gaasvliegjes als ik voor hen ook fijne verstopgelegenheid creëer, her en der tussen de verschillende 'hotelkamers' in.



Comfortabel nestelen
De holle plantenstengels zijn dicht aan de achterzijde, wat een voorwaarde is voor de bijtjes om comfortabel erin te willen nestelen. Ik heb ze op maat geknipt en een aantal in bussels samengebonden. De vliertakken zijn verzaagd tot kleine stukken, waarna ik er gaten in heb geboord met verschillende diameters, voor de verschillende bijen. De kleinste nestgangen hebben een diameter van 3 mm, en de grootste hebben een diameter van 10 mm. De lengte van de nestgangen komt neer op zo'n 8 à 10 cm. Wederom dicht aan de achterzijde, dus niet helemaal dóórboren.



Het fijne van vlierhout is dat je er makkelijk in boort, en dat het hout niet rafelt, waardoor de bijen makkelijk en zonder zichzelf te beschadigen in en uit hun nestjes kunnen kruipen. Ik wil natuurlijk wel het beste van het beste voor mijn toekomstige hotelgasten.
Bij tijde van dit schrijven ben ik al een heel eind gevorderd met de bouw, en wie zin heeft om het resultaat te komen bekijken, mag dat komen doen bij de eerstvolgende theetuin in mei!

Voor informatie over diverse bouwsels, bouwtekeningen en bijenplanten: www.bijenhotels.nl. Voor het bestellen van ecologisch geteelde bijenmengsels kan je o.a. terecht bij: www.debolderik.net.

Bron: ZOZ 103, tweemaandelijks tijdschrift voor doen-denkers, uitgegeven door Omslag Werkplaats voor Duurzme Ontwikkeling. Kennismaken met ZOZ? Vraag een proefnummer >>>



Welkom bij Omslag, tijdens de Theetuin in mei, bij Aanloopdagen, en/of tijdens openingstijden van de bibliotheek en het Servicepunt Anders Wonen Anders Leven

Meer over Omslag Werkplaats voor Duurzame Ontwikkeling >>>

Meer foto's van de Omslagtuin >>>