'Anders' is straks heel gewoon
Wie droomt er nooit over een ánder soort
samenleving?
Over een wereld die vreedzaam, menselijk, solidair en
milieuvriendelijk is. Een plek waar het voor iedere
wereldburger
goed toeven is.

Door Marta
Resink,
(medewerkster van Omslag)
... een wereld waar mensen elkaar met vertrouwen en
respect
tegemoettreden en samenwerken, en waar solidariteit en
verantwoordelijkheidsgevoel de boventoon voeren in plaats
van
concurrentie, egoïsme en individueel eigenbelang. Dromen
over
een 'ideale' wereld moeten we vooral blijven doen. Maar
laten we
intussen vooral bezig blijven stukjes 'droom' te
realiseren,
idealen om te zetten in levende praktijk. Als veel mensen
kleine
stappen in een andere richting zetten, komt er vanzelf een
pad. Wat
nu nog anders en utopisch lijkt, kan op den duur heel
gewoon
worden!
Dromen, denken, doen
Bij
utopisch fantaseren hoort voor veel mensen ook
(dag)dromen over een
ideale woonplek. Dat is niet verwonderlijk, want de plek
waar je
woont en je directe leefomgeving zijn stukjes van de
wereld die het
dichtst bij liggen. Die thuisplek en directe omgeving
moeten
veiligheid en beschutting bieden. Daar - en van daaruit
- speelt je
leven zich in belangrijke mate af. Alleen of samen met
anderen.
Mijmeren en nadenken over een ideale woonplek is een
belangrijk
creatief proces. Het geeft de geestelijke ruimte om je
leven, je
omgeving of desnoods de hele maatschappij 'anders' in te
richten.
Om even los te komen van allerlei praktische
realiteiten, problemen
en bezwaren, om je een voorstelling te maken van hoe de
wereld
ánders zou kunnen worden vormgegeven. Dromen en met
anderen
praten over idealen en fantasieën, kan een belangrijke
drijfveer zijn om tot concreet handelen te komen. Je
zult al snel
merken dat veel ideeën helemaal niet zo vreemd zijn.
Eerder
heel logisch, alleen lang niet altijd direct praktisch
uitvoerbaar...
De ideale
woonplek bestaat waarschijnlijk alleen in dromen. In de
realiteit
zul je meestal maar een paar elementen van je 'droom'
kunnen
verwezenlijken. Het blijft een kwestie van het afwegen
van voor- en
nadelen, concessies doen en samen met anderen zoeken
naar een
balans die voor iedereen overwegend prettig voelt. Het
beeld van je
ideale woonplek kan ook veranderen al naar gelang je
levensfase of
veranderende persoonlijke of financiële omstandigheden.
Soms
bepaalt zelfs je stemming of humeur op enig moment de
waardering
van bepaalde aspecten (geen goed moment trouwens om te
besluiten om
te gaan verhuizen!).
Anders dan ...
Veel mensen fantaseren over
'anders wonen'. Waaruit
dat ánders bestaat, vult iedereen heel verschillend in.
Wat
voor de één 'anders' is, is voor een ander heel
gewoon, of omgekeerd. Vaak wordt het 'andere' afgezet
tegen de
huidige woon-, leef- of werksituatie. Of er speelt
allerlei
algemene maatschappijkritiek mee. Velen blijken beter te
kunnen
aangeven wat ze niet willen dan wat ze wél willen. Iets
wat
je nog niet kent is immers lastiger concreet te maken
dan iets
bekends. Het ánders wordt vaak benoemd in algemene
termen of
heeft te maken met gevoelens: ,,Anders omgaan met
elkaar; geen
stereotiepe huisje-boompje-beestje gezinnetjes met
allemaal een
eigen auto voor de deur; meer zelfvoorziening en
autonomie; meer
gemeenschappelijkheid en verbondenheid met anderen; iets
kleinschaligs; iets voor anderen willen en kunnen
betekenen; wonen
en werken combineren; meer stimulans om echt ecologisch
te leven;
een groot huis met meer mensen ergens buiten, met dieren
en een
grote tuin; ik kan niet tegen alleen zijn; ik wil iets
met meer
mensen, een gezamenlijk doel of gedeelde idealen om aan
te werken;
meer ambachtelijk werk; een vrijplaats waar je zelf de
normen en
waarden bepaalt; een plek waar kinderen kunnen opgroeien
in een
sfeer van respect voor elkaar en samenwerking".
Soms zijn
verwachtingen juist wel heel concreet: "Per se een huis
met een
grasdak; elke dag samen eten en bij toerbeurt koken; een
plek met
alleen vegetariërs" of "absoluut geen rokers in huis!".
Zoveel
mensen, zoveel meningen en zoveel wensen. Voor vrijwel
iedereen is
het 'andere' een mix van persoonlijke wensen en
behoeften, vage
verlangens en rationele argumenten. En dan geldt ook nog
het
financiële aspect: een groot huis, een boerderij met een
flink
stuk grond, een plek waar je wonen en werken kunt
combineren, het
zijn meestal vrij dure panden, waarvan je de koop- of
huurprijs
meestal niet in je eentje kunt opbrengen. Collectieve
aanschaf en
gezamenlijk gebruik liggen dan voor de hand.
Grotere sociale verbanden
Een woonplek
maakt altijd deel uit van een groter sociaal verband, of
je nu
alleen woont of samen met anderen. En die woonplek is
onderdeel van
een bebouwde of groene omgeving. Zelfs een hutje op de
hei (als dat
al bewoond mag worden) maakt deel uit van een sociale
omgeving.
Evenzo maakt ieder individu altijd deel uit van een
groep, soms van
verschillende groepen. Iedereen behoort altijd, bewust
of onbewust,
tot een grotere gemeenschap. En elke groep of
gemeenschap heeft
zijn eigen (sub)cultuur, gewoonten, tradities en sociale
codes.
Binnen die gemeenschap moet je een plek vinden en
grenzen bepalen.
Privacy is voor de meeste mensen een kostbaar goed!
Naast deuren,
hekken en schuttingen zijn er ook minder zichtbare
grenzen: in
hoeverre laat je andere mensen toe in je huis, in je
persoonlijke
leven, in je 'binnenwereld'.
Hoe
dicht mogen mensen in de buurt komen, zowel letterlijk
als op het
persoonlijke vlak? Vormen de mensen om je heen, en de
omgeving waar
je deel van uitmaakt een belemmering of juist een
stimulans? En in
hoeverre wil je 'dingen' (huisdeur, douche, wc, tuin,
spullen,
geld) met anderen delen? Het zijn allemaal aspecten die
ook
meespelen in het zoekproces naar 'anders wonen en
leven'.
Individueel wonen in een eco-wijkje met leuke buren is
wezenlijk
iets anders dan het delen van huis én huishouden met
anderen
in een woongroep of leefgemeenschap.
Van maatschappijkritiek naar sociaal individualisme
Veel
'alternatieve' woon- en werkprojecten ontstonden in de
roerige
jaren zeventig van de vorige eeuw. Enerzijds gaven de
waarschuwingen van de Club van Rome en de economische
theorieën van Tinbergen en Schumacher aanzetten tot
kleinschalige experimenten met ecologische
alternatieven.
Anderzijds noopte de structurele woningnood in
(studenten)steden
tot actie: kraken was voor menigeen een politieke
reactie op een
maatschappelijke misstand en een van de weinige
mogelijkheden om
aan betaalbare (groeps)woonruimte te komen. Veel
'oudere' jongeren
trokken de stad uit, om op het platteland hun idealen
gezamenlijk
vorm te geven. Vaak hoorde daar een boerderijtje bij met
een stuk
land, om zelfvoorzienend en ecologisch te leven, bevrijd
van het
'grootkapitaal'. Er ontstonden vrijplaatsen waar mensen
leefden en
werkten naar hun idealen.
Tussen
toen en nu is veel veranderd. Veel pioniers van het
eerste uur zijn
hun 'wilde haren' inmiddels kwijt. Voor menigeen bleek
het
groepsleven na verloop van tijd toch niet zo ideaal.
Wonen in een
groep kan naast grote voordelen (sociaal contact,
gezamenlijk bezit
en gebruik) immers ook nadelige kanten hebben (beperkte
'eigen'
ruimte en altijd andere mensen om je heen). Menig
zelfbeheerproject
is een 'gewoon' bedrijf geworden of failliet gegaan.
Maar heel veel
is ook bewaard gebleven, als het de veerkracht had om
met de tijden
mee te veranderen. En er lopen gelukkig nog steeds
mensen van alle
leeftijden met wilde haren rond. Ondanks dat veel
'vrijplaatsen'
zijn verdwenen, komen er nog steeds nieuwe broedplaatsen
bij! Al
dan niet in zelfbeheer bij de bewoners. Voormalige
kraakpanden
werden 'gelegaliseerd', of door de bewoners collectief
aangekocht
en zijn nu in zelfbeheer. Er worden nog steeds panden
gekraakt om
ze te behouden of her te bestemmen voor huisvesting en
voor
maatschappelijk-culturele activiteiten.
De
drijfveren om - al dan niet in een groter sociaal
verband -
'anders' te gaan wonen, komen vandaag de dag minder dan
voorheen
voort uit politiek-ideologische overwegingen, maar nog
altijd
zoeken veel mensen naar een meer sociale en groene
leefplek. In de
laatste decennia ontstonden ook nieuwe initiatieven:
Centraal
Wonen, ecologische woonwijken met collectieve
voorzieningen,
woongroepen en woon-werkpanden in de reguliere
huursector of in
collectief eigendom. En er zijn initiatieven om
eco-dorpen te
realiseren. Ook zijn het lang niet meer voornamelijk
jongeren die
voor 'andere' vormen van wonen en leven kiezen.
De laatste
jaren is er een opleving van het aantal vijftig-plussers
dat bewust
kiest voor wonen in een groep, in een groot huis, een
nieuwbouwproject of samen op een grote boerderij. Voor
menigeen
gaat daarmee een soms langgekoesterde wens uiteindelijk
toch nog in
vervulling!
